Plantage
Aangezien ik fan ben van katoen en omdat 40% van alle textiel is gemaakt van katoen (1), neem ik katoen als voorbeeld.
Voor katoen is heel veel water en grond nodig, voor één T-shirt heb je ongeveer 15m² aan katoenplanten en 2.700 liter water nodig! Voor 1 kilo katoen is zo'n 9.873 liter water nodig. Vergelijk dat eens met hennep: circa 400 liter. (2)
Daarnaast wordt er ook enorm veel pesticiden gebruikt, ongeveer 20% van alle pesticiden die wereldwijd gebruikt worden, wordt gebruikt in de katoenteelt. (3)
Een derde probleem op de plantages is het gebruik van slaven-/kinderarbeid. De grootste katoentelers in de wereld is China (4). Dat is niet toevallig: het land is de grootste producent van textiel ter wereld en neemt 40% van de export voor zijn rekening! (5) Een ander land dat ik hier wil noemen is Oezbekistan, de op vijf na grootste katoenproducent. (6) Elk jaar moet iedereen in september twee tot drie maanden katoen plukken. Iedereen doet mee, doktoren, leraren, kinderen (vanaf zeven jaar!). De EU heeft een boycot op katoen uit Oezbekistan, maar niemand kan verzekeren dat dat katoen niet alsnog de Europese markt opgaat via China of andere schakels in de keten. (7)
Verwerking tot garen/textiel
De katoenvezels worden vervolgens tot draden gesponnen en daarna tot textiel geweven. Hoe dat gedaan wordt (machinaal), kun je bijvoorbeeld in dit hippe filmpje zien:
Verven
Als katoen eenmaal tot garen of textiel is verwerkt, wordt het geverfd. Hierbij wordt opnieuw veel water gebruikt, maar het leidt ook tot vervuiling van rivieren en grondwater. Dit is één van de redenen dat deze productie in landen in het globale Zuiden plaatsvindt: er is minder of zelfs geen milieuwetgeving.
Vervoer
Het scheelt natuurlijk kosten om ergens katoen te verbouwen waar je het ook meteen kunt laten verven en tot kleding kunt verwerken. China bijvoorbeeld voldoet aan al deze eisen. Heb je inmiddels al gekeken naar de labels in jouw kleding?
Kledingfabriek
De meeste kleding wordt geproduceerd in textielfabrieken in Azië, met name China, Bangladesh en India (8). In Europa is Turkije de grootste speler. Merken maken niet zelf de kleding voor hun winkels, maar besteden die productie uit aan duizenden textielfabrieken verspreid over de wereld. Hier werken wereldwijd circa 47 miljoen mensen, waarvan 40 miljoen vrouwen. (nogmaals (8)) Waarom kiezen kledingmerken voor zo'n systeem? Voornamelijk vanwege kostenbesparing, zowel qua lonen als milieu-eisen en weinig gedonder met vakbonden (die misschien gaan 'klagen' over lage lonen, onbetaald overwerk, nooduitgangen die op slot zitten of ongezond werk).
Waarom kiest een meisje van 17 in Azië er eigenlijk voor om in een textielfabriek te werken? Waarom maakt ze niet gewoon haar school af? Als westerling met zoveel keuze is het best lastig voor te stellen dat iemand daarvoor kiest. Maar als jij moet kiezen tussen naar school gaan of werk zoeken zodat jij en je gezin te eten hebben, wat doe je dan? Als dat werk betekent dat je moet kiezen tussen prostitutie of de textielfabriek in? Is dat een keuze?
Misschien denk je, ach, die lonen liggen laag, maar het leven daar is natuurlijk ook heel goedkoop dus dan is het niet erg. Maar is dat wel zo? Organisaties als de Schone Kleren Campagne en Solidaridad hebben het vaak over een leefloon (living wage). Dit is het bedrag dat mensen in een bepaald land of bepaalde regio minimaal nodig hebben om van te leven. Hieronder kun je zien wat het werkelijke minimumloon in o.a. China, India en Bangladesh is en wat mensen in die landen nodig hebben om werkelijk van te leven.
Feit blijft dat je nu als consument eigenlijk niet meer kan aankomen met "ik wist het niet". Niet nadat de instorting van Rana Plaza in november 2013 en de grote brand van de Tazreen-fabriek in november 2012, waar respectievelijk 1.129 en 117 doden vielen, uitgebreid in het nieuws zijn geweest. Overigens zijn er nog steeds zaken bezig om de westerse merken ertoe over te halen de nabestaanden en overlevenden van de ramp compensatie uit te betalen.(9)
Fast fashion
Waren er vroeger nog twee modeseizoenen (winter en zomer), later vier (winter, lente, zomer, herfst), nu brengen veel winkelketens zelfs om de twee maanden een nieuwe collectie in de winkel. Als kleding maar een paar maanden mee hoeft te gaan, snap je ook dat er minder aandacht uitgaat naar de kwaliteit van het materiaal en dat dit bijdraagt aan de afvalberg. Een andere term is dan ook wegwerpmode. Wie naait tegenwoordig nog knoopjes aan of stopt sokken?
Dit filmpje laat zien hoe fast fashion in zijn werk gaat:
Conclusie
In het boek The dynamics of fashion van Elaine Stone wordt het probleem als volgt samengevat:
"Fighting sweatshops is difficult in a world where (1) manufacturers depend on such shops for fast delivery, (2) large groups of illegal immigrants are so eager for work that they accept extremely low wages and are too afraid to complain, and (3) we, the customers, always look for the lowest prices."
(Het is moeilijk om sweatshops tegen te gaan in een wereld waarin (1) fabrikanten die sweatshops nodig hebben voor een snelle levering, (2) grote groepen illegale immigranten zo graag een baan willen hebben dat zij extreem lage lonen accepteren en te bang zijn om hierover te klagen, en (3) wij, de consumenten, alles voor de laagste prijs willen hebben.)
Nu weet je het dus. Aangezien het een behoorlijk lange post is geworden, bewaar ik wat je eraan kunt doen voor de volgende.
Bronvermelding:
(1) Waterfootprint.org
(2) Sei-international.org
(3) Universiteit van Wageningen
(4) Wikipedia
(5) Fashionunited.nl
(6) Fairwinkelen.nl
(7) MO
(8) Schone Kleren Campagne
(9) artikel van Schone Kleren Campagne