Het is in tijden van crisis dat mensen met privileges doen alsof ze die niet hebben. Het is in tijden van veel respect voor zelfredzaamheid en een groot vertrouwen in meritocratie* dat mensen met privileges de neiging hebben degenen zonder te verafschuwen. Terwijl ik juist vind dat privileges niet alleen tot voordeel en macht leiden, maar ook tot verantwoordelijkheid. Zoals prinses Laurentien, die per toeval in de koninklijke familie is geboren, zich inzet voor analfabeten en laaggeletterden. Zoals beroemde mensen ambassadeur worden van goede organisaties. Zoals rijke mensen geldinzamelingsacties houden voor Kiwanis.
Privilege leidt tot verantwoordelijkheid
Privilege betekent macht
Privilege betekent dat je de mogelijkheid hebt om te kiezen
én om de juiste keuze te maken
Wat ik dan ook als privilege beschouw, is dat ik over voldoende geld beschik om te kiezen wat ik wil kopen én dat ik over voldoende informatie beschik om een juiste of minder slechte keuze te maken. Zoals ik eerder zei in mijn bericht over de textielindustrie, als je een ongeschoold plattelandsmeisje bent dat naar Dhaka in Bangladesh is gekomen voor werk, heb je vaak alleen de keuze tussen werken als prostituee of als naaister in een fabriek. Je kan niet zeggen: "Ja, doei! Ik kies lekker een beroepsopleiding en daarna ga ik lekker aan het werk als bedrijfsleider/dokter/callcentermedewerker."
Ik heb echter wel een keuze, ook al is de meeste kleding van de ketens mij veel te klein, ik kan me wel inzetten. Ik vraag kledingbedrijven (bijv.) waar hun kleding wordt gemaakt en of daar verbetering in is aan te brengen. In de supermarkt kies ik voor fairtrade, ook al is het vaak (niet altijd!) duurder dan het 'gangbare' product.
Het voelt niet alleen als mijn privilege, als een hobby of als 'wat ben ik toch goed voor de wereld'. Nee. Het voelt als mijn verantwoordelijkheid, als mijn plicht en als iets wat gewoon zo hoort.
*meritocratie volgens Wikipedia: "Meritocratie[1](vrij vertaald: geregeerd door degenen die het verdienen) is een maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van elk individu is gebaseerd op zijn of haar verdiensten (merites). Hierbij gaat het dus niet direct om de aanleg die men heeft, maar wat men met die aanleg doet. Andere factoren, zoals afkomst, grond- of geldbezit, ras en geslacht mogen er (in principe) geen rol bij spelen." Nou klinkt dit geweldig privilegeloos, want die factoren tellen immers niet mee. Het punt is alleen dat als iemand gediscrimineerd wordt, die factoren dus zeker wél invloed hebben op hoe goed diegene het doet op school of wat voor baan die kan krijgen. In de praktijk leidt de meritocratie tot: "Al je successen heb je zelf verdiend, dus ook al je mislukkingen heb je aan jezelf te danken". Dit gaat geheel voorbij aan de sociale structuur waarin racisme, seksisme, homofobie, etc. dagelijks een grote rol spelen.